Door de corona heb ik zelf meer werk vanuit huis gedaan. Daardoor had ik wat meer tijd en het mooie weer nodigde uit om de fiets te pakken voor een rondje in de omgeving. Als echte infra-man gaan ook dan mijn ogen automatisch naar het straatwerk. Dat bepaalde me opnieuw bij de grote maatschappelijke functie daarvan. De veiligheid bijvoorbeeld door een fietspad in een opvallende rode kleur te bestraten zodat die goed opvalt. Maar ook een relatief nieuw thema als de waterdoorlatendheid van bestrating. En uiteraard het kleurgebruik en het aanbrengen van figuren in de bestrating. Summum daarvan is voor mij het portret van Vincent van Gogh dat in het Marktpein in Zundert is ingestraat. Het laat zien waar onze sector toe in staat is. Ook in particuliere tuinen van enige omvang zie je dat (sier)bestrating een grote esthetische rol speelt.

Wat ook opvalt is dat de kwaliteit van het straatwerk lang niet altijd optimaal is en geregeld echt te wensen over laat. Denk aan te veel tonrondte, aan wijkende stenen, aan kantsopsluitingen die onjuist zijn of ontbreken en aan spoorvorming. Of de belasting te groot is geweest of dat de fundering niet goed is, is daarbij niet direct duidelijk.

Duidelijk is wel dat bestraten een vak is en dat het bevorderen en bewaken van de kwaliteit daarvan belangrijk is. Daar zetten we ons als SEB al vele jaren voor in en dat blijven we doen, zodat we trots kunnen zijn en blijven op ons werk. Dat de deelnemers van de SEB daar alle reden voor hebben, blijkt ook weer uit de diverse projectverhalen in dit magazine.

Ons inzetten voor kwaliteit doen we als SEB onder meer door scholing te bevorderen. Er zijn maar weinig schoolopleidingen tot stratenmaker, maar het is wel een echt vak. Ook theoretisch is er wel een en ander nodig, bijvoorbeeld om straatwerk goed uit te kunnen zetten. Veel stratenmakers hebben nooit een 

diploma gehaald