EISEN VOOR ERKENNING

Hieronder leest u de “toelatingsvoorwaarden”, “bewijsstukken” en “verplichtingen” uit de “ERKENNINGSREGELING VOOR HET BESTRATINGSBEDRIJF”  (klik hier voor het hele document)

 

TOELATINGSVOORWAARDEN

De erkenning wordt verleend indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. de aanvrager is als bestratingsbedrijf ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken van het gebied waarin hij is gevestigd;
  2. de beheerder is in het bezit van het diploma “vakbekwaamheid voor het bestratingsbedrijf” van de Stichting Beroepsopleidingen Weg- en waterbouw (SBW), of een ander bewijsstuk waaraan naar het oordeel van de SEB dezelfde waarde kan worden toegekend;
  3. de aanvrager is in het bezit van recente verklaringen omtrent zijn betalingsgedrag, afgegeven door de betrokken ontvanger der Rijksbelastingen;
  4. de aanvrager beschikt over een arbobeleidsplan en –jaarplan, dat tenminste voldoet aan de door de SEB gestelde richtlijnen dan wel een geldig RI & E en/of VCA certificaat;
  5. tenminste 60% van de in de onderneming van de aanvrager werkzame straatmakers op niveau 3 is in het bezit van het diploma straatmaker van de SBW, of een door de SEB daaraan gelijkwaardig te achten bewijsstuk;
  6. de aanvrager heeft zich door middel van de ondertekening van een deelnemingsovereenkomst verplicht tot het naleven van de uit de Erkenningsregeling voortvloeiende verplichtingen, en
  7. de verschuldigde aanvraaggelden zijn voldaan.

 

BEWIJSSTUKKEN

Het voldoen aan de in artikel 4 genoemde toelatingsvoorwaarden kan blijken uit de volgende bescheiden:

  1. een door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, waarin de onderneming van de aanvrager binnen welker gebied de onderneming gevestigd is, afgegeven en gewaarmerkt uittreksel uit het Handelsregister, mits niet eerder gedagtekend dan drie maanden voor de indiening van het verzoek om erkenning;
  2. – het diploma “vakbekwaamheid voor het bestratingsbedrijf”, afgegeven door de

       SBW of een door de SEB daaraan gelijkwaardig te achten bewijsstuk;          

     – de overige in artikel 11 van de Regeling aanwijziging bewijsstukken (Stcrt. 1993,

       185) vermelde bewijsstukken;

  1. de in artikel 4, onder c bedoelde verklaring, mits niet eerder gedagtekend dan drie maanden voor de indiening van het verzoek om erkenning
  2. de in artikel 4, onder d bedoelde documenten;
  3. de door de SEB aangewezen bewijsstukken van bekwaamheid voor straatmaker op niveau 3.

VERPLICHTINGEN

De deelnemer is verplicht:

  1. tot het blijven voldoen aan de toelatingsvoorwaarden;
  2. bestratingswerkzaamheden uit te voeren met inachtneming van de geldende kwaliteitsnormen, behoudens ingeval door een opdrachtgever schriftelijk een afwijkende opdracht wordt verstrekt;
  3. tot het nakomen van de uit het arbobeleidsplan en – jaarplan, de RI & E of het VCA certificaat voortvloeiende verplichtingen;
  4. in de uitoefening van het bestratingsbedrijf niets te doen en alles na te laten waardoor hij in strijd zou komen met wat een ondernemer in het bestratingbedrijf betaamt jegens een andere ondernemer die aan deze Erkenningsregeling is onderworpen;
  5. zich te onderwerpen aan controles en onderzoeken door of vanwege de SEB;
  6. een wijziging in de voor het recht op inschrijving van belang zijnde gegevens te melden bij de SEB binnen twee weken nadat de wijziging aan hem bekend is geworden of bekend had kunnen zijn;
  7. desgevraagd aan de SEB de gegevens te verstrekken die nodig zijn ter beoordeling van de vraag of de deelnemer voldoet aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de Erkenningsregeling;
  8. tot het uitdragen van het beeldmerk;
  9. datgene te doen wat voor een goede uitvoering van de Erkenningsregeling noodzakelijk en dienstig is, waaronder het in de gelegenheid stellen van een auditor om een audit af te nemen;
  10. uitvoering te geven aan een uitspraak van de Commissie van Beroep, dan wel aan een onherroepelijk besluit van de SEB;
  11. tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage.